kronkelen - Werkwoord
1. ergatief in veel bochten ergens heen lopen of bewegen
♢ Het bergpad kronkelt naar boven.
2. (inerg) heen en weer zich in bochten wringen
♢ Er werd heftig gekronkeld en gefoeterd, maar los kwamen ze niet.
3. (refl) zich ~: kronkelend zijn weg gaan
♢ De weg kronkelde zich langs de rivier.
Woordherkomst
Afgeleid van kronkel met het achtervoegsel -en
Synoniemen
slieren
slingeren
Gepubliceerd op 04-12-2017
kronkelen
betekenis & definitie