Gepubliceerd op 04-12-2017

kleppen

betekenis & definitie

kleppen - Werkwoord
1. een klappend geluid voortbrengen
Hij hoorde zijn brievenbus kleppen.
2. het geluid van een klepel tegen een klok voortbrengen
De klokken klepten luid voor mij en Jimmy Boy.
3. (figuurlijk) voortdurend blijven praten over onbelangrijke onderwerpen
Het ging helemaal nergens over, maar ze bleef maar kleppen.

kleppen - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord klep

Woordherkomst
[werkwoord] van Middelnederlands cleppen "een klappend geluid voortbrengen"