keel - Zelfstandignaamwoord
1. (f): (anatomie) voorste, uitwendige gedeelte van de hals
2. (f): (anatomie) holte en opening achter in de mond waardoor voedsel en drank in het lichaam komen
3. (n): (heraldiek) rood
keel - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kelen
♢ Ik keel
2. gebiedende wijs van kelen
♢ keel!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kelen
♢ keel je?
Uitdrukkingen en gezegden
♦ de baard in de keel hebben
de overgang van jongensstem naar mannenstem ondergaan hebben (door de groei van het strottenhoofd)
♦ de keel schrapen
een schrapend geluid maken in de keel, als voorbereiding om te gaan spreken
♦ de keel smeren
drinken (van met name alcoholische dranken)
♦ een keel opzetten
schreeuwen
♦ Het hangt mij de keel uit.
Ik heb er genoeg van.
♦ iemand het mes op de keel zetten
iemand bedreigen
♦ iemand naar de keel vliegen
iemand aanvallen
♦ iets niet door de keel krijgen
iets niet op kunnen eten
♦ zijn hart klopte in zijn keel
hij was heel erg ongerust, bang
Synoniemen
strot
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: