instellen - Werkwoord
1. (ov) het op juiste wijze afregelen van een toestel
♢ Ik heb de ontvanger ingesteld op 231,3 megahertz.
2. (ov) het in het leven roepen van een organisatie
♢ De regering van de Nederlandse Antillen is ingesteld met het Statuut.
3. (ov) het geldig verklaren van een regeling
♢ Dit verbod is vorige maand ingesteld.
4. voorbereid zijn op iets
♢ Daar was ik helemaal niet op ingesteld.
Woordherkomst
samenstelling van in(bijwoord) en stellen(werkwoord)
Synoniemen
[2] aanstellen
[3] afkondigen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: