Gepubliceerd op 04-12-2017

infrarood

betekenis & definitie

infrarood - Zelfstandignaamwoord
1. (natuurkunde) het golflengtegebied tussen 780 nm en ca. 1 mm van het elektromagnetische spectrum
Overgangen die te maken hebben met veranderingen in de vibraties van moleculen liggen voornamelijk in het infrarood.

infrarood - Bijvoeglijk naamwoord
1. (natuurkunde) betrekking hebbend op het golflengtegebied tussen 780 nm en ca. 1 mm van het elektromagnetische spectrum
Infrarode straling wordt minder verstrooid door nevel dan straling in het zichtbare gebied.

Woordherkomst
samenstelling van infra en rood