Gepubliceerd op 04-12-2017

haver

betekenis & definitie

haver - Zelfstandignaamwoord
1. (plantkunde), (graan) Avena sativa, een éénjarige plant die behoort tot de Grassenfamilie en die tevens een graansoort is
- Want hoewel we misschien om de wonderlijke charme van zijn definitie van 'olifant' lachen, of van 'haver' (een graangewas dat in Engeland over het algemeen aan paarden wordt gegeven, maar in Schotland de mensen voedt') of 'lexicograaf (een schrijver van woordenboeken; een onschadelijke zwoeger die zich bezighoudt met het opsporen van de oorsprong en het nauwkeurig beschrijven van de betekenis van woorden'), we kunnen alleen maar versteld staan van zijn aanpak van, zeg maar, het werkwoord take. Johnson gaf met ondersteunende citaten niet minder dan 113 betekenissen van de transitieve vorm van dit werkwoord en 21 van de intransitieve.

Woordherkomst
Van Middelnederlands haver, havere. Vergelijk Oudhoogduits habaro en Oudnoors hafri. Verdere etymologie is echter onzeker.