hap - Zelfstandignaamwoord
1. beet, wat men in mond genomen heeft
2. (informeel) voedsel bedoeld om een maaltijd te vormen
♢ Zullen we daar een hapje gaan eten?
3. de hele ~ de gehele zooi
♢ We hebben die hele hap maar in de prullenbak gegooid.
hap - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van happen
♢ Ik hap
2. gebiedende wijs van happen
♢ hap!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van happen
♢ hap je?
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: