Gepubliceerd op 04-12-2017

grootakkoord

betekenis & definitie

grootakkoord - Zelfstandignaamwoord
1. (muziek) een drie- of meerklank met minimaal: “een begintoon (prime), een grote terts en een reine kwint”
Een toonladder met zowel klein- als grootakkoorden.

Woordherkomst
samenstelling van groot en akkoord

Synoniemen
majeurakkoord

Antoniemen
mineurakkoord, kleinakkoord

Verwante begrippen
interval, toonladder