groef - Zelfstandignaamwoord
1. lange en smalle uitholling, insnijding, diepe rand
♢ *In het tafelblad zit een lelijke diepe groef.
♢ *De man had allemaal groeven in zijn gezicht.
groef - Werkwoord
1. enkelvoud verleden tijd van graven
♢Ik groef
♢Jij groef
♢Hij, zij, het groef
groef - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van groeven
♢ Ik groef
2. gebiedende wijs van groeven
♢ groef!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van groeven
♢ groef je?
Synoniemen
grafkuil, groeve, kuil, opening, langwerpige uitholling
cannelure, geultje, gleuf, goot, inkeping, inkerving, insnijding, keep, plooi, ril, rimpel, rits, sleuf, voor, vore, uitsparing
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: