Gepubliceerd op 04-12-2017

lange

betekenis & definitie

lange - Bijvoeglijk naamwoord
1. verbogen vorm van de stellende trap van lang

Uitdrukkingen en gezegden
Lange tenen hebben
erg gauw boos zijn, zich om het minste of geringst aangevallen of beledigd voelen, of een onderwerp maar niet kunnen loslaten en er steeds op terug blijven komen
Lange vingers hebben
veelvuldig stelen
♦ Een lange arm hebben
iemand zelfs vanaf een grote afstand nog dwars kunnen zitten
♦ Een lange neus maken
tong uitsteken, iemand iets inpeperen (Jaloers maken)
♦ Het zijn niet alleen koks die lange messen dragen.
uiterlijk vertoon bewijst niets ofwel: het gereedschap hebben maakt iemand nog geen vakman
♦ Het zijn niet allen koks die lange messen dragen

♦ Iets op de lange baan schuiven
iets uitstellen
♦ Met lange tanden eten
met tegenzin eten