Gepubliceerd op 04-12-2017

gepeupel

betekenis & definitie

gepeupel - Zelfstandignaamwoord
1. het gewone volk, de laagste klasse
2. het gespuis het onkundige, ruwe, woeste volk
Zij had in de straten van Parijs het op bloed beluste gepeupel gezien, dat was opgehitst door fanatici als Marat, Danton en Robespierre. Zij had meegemaakt hoe familieleden en vrienden eindigden onder de guillotine en had zelf moeten vluchten. Zij begreep dat politiek niet alleen een zaak van beginselen, ideeën en regels was, maar dat emoties, verwachtingen, frustraties, rancune en moeilijk definieerbare verschijnselen als mentaliteit en identiteit een minstens even grote rol speelden.

Woordherkomst
het gewone volk

Synoniemen
gemeen, uitschot, massa, grauw, schuim, plebs, schorremorrie, janhagel, canaille, rapaille, schorem, gespuis, crapuul, tuig, uitvaagsel, meute, vulgus, geteisem, goegemeente