Gepubliceerd op 14-11-2017

gekruid

betekenis & definitie

gekruid - Deelwoord
1. voltooid deelwoord van kruiden
1. vormt de lijdende vorm
De saus moest nog gekruid worden.
2. vormt de voltooide tijden
Hij had het lekker gekruid.
3. attributief gebruikt
Het sterk gekruide gerecht kon hem niet bekoren.

gekruid - Deelwoord
1. voltooid deelwoord van kruien
1. vormt de lijdende vorm
Zijn koffers werden van het perron gekruid.
2. vormt de voltooide tijden
Vroeger zouden ze zijn koffers gekruid hebben.
3. attributief gebruikt
Gekruide koffers waren vroeger heel gewoon.
4. attributief gebruikt
Het gekruide ijs trok veel bekijks.

gekruid - Bijvoeglijk naamwoord
1. (kookkunst) met keukenkruiden behandeld ter verhoging van de smaak

Woordherkomst
voltooid deelwoord van kruiden

Synoniemen
gekrooien (minder gebruikelijk)

Antoniemen
ongekruid

Verwante begrippen
gearomatiseerd, gepeperd