gekruid - Deelwoord
1. voltooid deelwoord van kruiden
1. vormt de lijdende vorm
♢ De saus moest nog gekruid worden.
2. vormt de voltooide tijden
♢ Hij had het lekker gekruid.
3. attributief gebruikt
♢ Het sterk gekruide gerecht kon hem niet bekoren.
gekruid - Deelwoord
1. voltooid deelwoord van kruien
1. vormt de lijdende vorm
♢ Zijn koffers werden van het perron gekruid.
2. vormt de voltooide tijden
♢ Vroeger zouden ze zijn koffers gekruid hebben.
3. attributief gebruikt
♢ Gekruide koffers waren vroeger heel gewoon.
4. attributief gebruikt
♢ Het gekruide ijs trok veel bekijks.
gekruid - Bijvoeglijk naamwoord
1. (kookkunst) met keukenkruiden behandeld ter verhoging van de smaak
Woordherkomst
voltooid deelwoord van kruiden
Synoniemen
gekrooien (minder gebruikelijk)
Antoniemen
ongekruid
Verwante begrippen
gearomatiseerd, gepeperd
Gepubliceerd op 14-11-2017
gekruid
betekenis & definitie