Gepubliceerd op 14-11-2017

forceren

betekenis & definitie

forceren - Werkwoord
1. (ov) een beslissing afdwingen
Het team forceerde de overwinning.
2. (ov) openbreken.
De dief had de deur geforceerd.
3. (refl) te veel van zichzelf vergen
Tijdens de sprint had hij zichzelf geforceerd met een spierletsel als resultaat.
4. manier van metaal vervormen waarbij het metaal niet verwarmd wordt

Woordherkomst
afgeleid van het Franse forcer (met het achtervoegsel -eren)