flambeert - Werkwoord
1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flamberen
♢ Jij flambeert
2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flamberen
♢ Hij flambeert
3. verouderde gebiedende wijs meervoud van flamberen
♢ flambeert!
Gepubliceerd op 14-11-2017
flambeert
betekenis & definitie