fis-kleinakkoord

betekenis & definitie

fis-kleinakkoord - Zelfstandignaamwoord
1. (muziek) de kleine drieklank op de eerste trap (tonica-akkoord) van de fis-kleinetertstoonladder
♢ De drie tonen van het fis-kleinakkoord in grondligging, zijn: fis - a - cis.

Woordherkomst
samenstelling van fis-klein en akkoord

Synoniemen
fis-mineurakkoord

Antoniemen
Fis-majeurakkoord, Fis-grootakkoord

Verwante begrippen
cis-kleinakkoord, gis-kleinakkoord, dis-kleinakkoord, aïs-kleinakkoord, eïs-kleinakkoord, bis-kleinakkoord