echo - Zelfstandignaamwoord
1. (muziek) een hoorbare terugkaatsing van een gemaakt geluid
♢ Wie is de burgemeester van Wezel ... ezel..ezel. Is een bekend zinnetje om de echo te testen.
2. (elektronica) een herhaald elektronisch signaal
3. (spellingsalfabet) spelwoord van het ITU/NAVO-spellingalfabet voor de letter e
4. verkorting voor echografie
♢ De zwangere vrouw heeft een echo laten maken.
echo - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van echoën
♢ Ik echo
2. gebiedende wijs van echoën
♢ echo!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van echoën
♢ echo je?
Woordherkomst
afgeleid van het Griekse èchō (weergalm)
Synoniemen
[1,2] reflectie, weerkaatsing, nagalm, naklank
Verwante begrippen
[1,2] galm, nagalm, weergalm, weerklank
Gepubliceerd op 13-11-2017
echo
betekenis & definitie