Gepubliceerd op 13-11-2017

dopsleutel

betekenis & definitie

dopsleutel - Zelfstandignaamwoord
1. (gereedschap) een sleutel met een vaste of met verwisselbare doppen, om bouten en moeren aan te draaien
Deze doppendoos bevat een dopsleutel en 24 losse doppen.

Woordherkomst
samenstelling van dop en sleutel

Verwante begrippen
kruissleutel, pijpsleutel, ratelsleutel, ringsleutel, steeksleutel