dartel - Bijvoeglijk naamwoord
1. geneigd zich uitbundig en vrolijk te gedragen
♢ De dartele kalveren waren een lust voor het oog.
dartel - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dartelen
* Ik dartel
2. gebiedende wijs van dartelen
* dartel!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dartelen
* dartel je?
Gepubliceerd op 03-10-2017
dartel
betekenis & definitie