Gepubliceerd op 03-10-2017

dadelijk

betekenis & definitie

dadelijk - Bijwoord
1. spoedig.
    ♢ Hij zal dadelijk wel komen.
2. als je niet oppast, als je zo doorgaat
    ♢ Dadelijk breekt het glas.

Woordherkomst
afgeleid van daad met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-

Verwante begrippen
aanstonds, meteen, onverwijld, op staande voet, schielijk, subiet, terstond