wel - Bijwoord
1. een ontkenning ontkennend
♢ Ik denk dat hij het wél gedaan heeft.
2. een ontkenning bevestigend (met nauwelijks)
♢ Ik heb veel haar op mijn benen en armen, wel nauwelijks zichtbaar omdat ik heel licht ben.
3. een toegeving makend
♢ Hij is wel aanwezig, maar hij let niet op.
4. benadrukkend, verbazing uitdrukkend
♢ Hij heeft wel zes pannenkoeken naar binnen zitten werken.
5. bevestiging zoekend
♢ Heb je het licht wel uitgedaan?
6. bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord goed, gunstig
♢ weldoen: Doe wel en zie niet om.
wel - Tussenwerpsel
1. uitdrukking van verbazing
♢ Wel, wel, wie hebben we daar!
wel - Zelfstandignaamwoord
1. een plaats waar water uit de grond tevoorschijn komt
♢ Er zit een wel onder onze kelder en dat water moet afgepompt.
wel - Bijvoeglijk naamwoord
1. gezond, in orde
wel - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wellen
♢ Ik wel
2. gebiedende wijs van wellen
♢ wel!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wellen
♢ wel je?
Synoniemen
bron
Antoniemen
onwel
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: