Gepubliceerd op 10-11-2017

bulk

betekenis & definitie

bulk - Zelfstandignaamwoord
1. (handel) onverpakte lading (los gestort)
2. het grootste deel
In Engeland vond in 2008 voor ongeveer 360 miljoen euro aan internetfraude plaats – waarvan de bulk bestaat uit fraude met online betalingsverkeer.

bulk - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bulken
♢ Ik bulk
2. gebiedende wijs van bulken
bulk!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bulken
bulk je?