Wat is de betekenis van bulk?

2024-03-29
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

bulk

(zelfstandig naamwoord) [alg.] grootste deel, gros, hoofdmoot, merendeel - Het gros van de Noord-Ierse protestanten wil dat hun provincie Brits blijft. [logistiek] scheepslading, onverpakte lading, lading, stortgoed - Steenkool is een typisch voorbeeld van stortgoed.

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bulk

bulk - Zelfstandignaamwoord 1. (handel) onverpakte lading (los gestort) 2. het grootste deel In Engeland vond in 2008 voor ongeveer 360 miljoen euro aan internetfraude plaats – waarvan de bulk bestaat uit fraude met online betalingsverkeer. bulk - Werkwoord 1. eerste persoon...

2024-03-29
CBS begrippenlijst

CBS (2018)

Bulk

Bulkgoed, massagoed of stortgoed zijn goederen die niet per stuk worden verpakt en geladen zoals containers, pallets of dozen maar los in het ruim van een schip, of in een vrachtwagen of wagon worden gestort. Bron: wikipedia.nl.

2024-03-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Bulk

[Eng.| onverpakte lading; inhoud van het ruim van een schip.

2024-03-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Bulk

onverpakte goederen; inhoud van het ruim van een schip; grootste deel van iets

2024-03-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

bulk

gebulk, skreeu soos ‘n bees, loei; onhebbelik skree of sing; huil.

2024-03-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Bulk

inhoud van het ruim van een schip.

2024-03-29
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Bulk

(Eng.) Het ruim van een schip; goederen in bulk: onverpakte, gestorte goederen.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Bulk

I omvang, grootte, volume; massa, gros, grootste deel, meerderheid; lading; bulk grain, grain in bulk, gestort graan; sell in bulk, in het groot verkopen; break bulk, (beginnen te) lossen; II in: bulk, large, groot lijken; bulk, too largely, te veel plaats innemen.