Gepubliceerd op 10-11-2017

beving

betekenis & definitie

beving - Zelfstandignaamwoord
1. (seismologie) aardbeving, het trillen van de grond
De beving deed zich gisteravond voor en had een kracht van 6,1 op de schaal van Richter.
2. ongecontroleerde, schokkerige beweging van het lichaam
Door zijn ziekte had hij last van bevingen en verkrampingen.

beving - Werkwoord
1. enkelvoud verleden tijd van bevangen
♢Ik beving
♢Jij beving
♢Hij, zij, het beving

Woordherkomst
Naamwoord van handeling van beven met het achtervoegsel -ing.