Gepubliceerd op 31-10-2017

aftuigen

betekenis & definitie

aftuigen - Werkwoord
1. (ov) (scheepvaart) ontdoen van alle tuig
Wij verzoeken u vriendelijk uw schip afgetuigd, zonder giek, sprayhood, dektent enzovoort aan te leveren.
2. (ov) versieringen verwijderen
Ik zal de kerstboom maar gaan aftuigen, want hij verliest al zijn naalden.
3. (ov) iemand een flinke afstraffing geven
De bendeleden tuigden hem flink af en hij belandde in het ziekenhuis.

Woordherkomst
samenstelling van af(bijwoord) en tuigen(werkwoord)

Synoniemen
[1]: onttakelen
[3]: aframmelen, afranselen, afrossen