Gepubliceerd op 31-10-2017

aankleden

betekenis & definitie

aankleden - Werkwoord
1. meubileren, van toebehoor of uitbreiding voorzien, decoreren, versieren
We kunnen de vergelijking aankleden met een voorbeeld uit de praktijk.
2. iets of iemand kleren aandoen
In de Amerikaanse stad New Jersey heeft een familie hun zelfgemaakte naakte sneeuwvrouw moeten aankleden nadat ze klachten hadden gekregen van de buren.
3. (refl) zich ~: zijn kledij aantrekken
Zij was bezig zich aan te kleden.

Woordherkomst
samenstelling van aan(voorzetsel) en kleden(werkwoord)