Definities van Lexicon Nederlandstalige gezegden in de Ensie I
- Iemand naar de kroon steken
- Iemand naar de mond praten
- Iemand naar de ogen zien
- Iemand naar zijn hand zetten
- Iemand niet kunnen luchten of zien
- Iemand niet kunnen zetten
- Iemand niet voor vol aanzien of Iemand voor vol aanzien
- Iemand om de tuin leiden
- Iemand om een boodschap sturen
- Iemand om zijn/haar vinger (kunnen) winden
- Iemand onder de kin strijken
- Iemand onder handen nemen
- Iemand onder zijn vleugels nemen
- Iemand ongezouten de waarheid zeggen
- Iemand op de hak nemen
- Iemand op de hielen zitten
- Iemand op de kast jagen
- Iemand op de pijnbank leggen
- Iemand op de proef stellen
- Iemand op de vingers kijken
- Iemand op de vingers tikken
- Iemand op handen dragen
- Iemand op het goede spoor zetten
- Iemand op het matje roepen
- Iemand op sleeptouw nemen
- Iemand op stang jagen/rijden
- Iemand op zijn vestje spuwen
- Iemand op zijn zeer trappen
- Iemand over de hekel halen
- iemand steeds maar dingen beloven zonder die na te komen
- iemand strak in de gaten houden en controleren
- Iemand te grazen nemen
- Iemand te paard helpen
- Iemand te woord staan
- Iemand tegen zich in het harnas jagen
- Iemand tot op zijn hemd uitkleden
- Iemand uit de droom helpen
- Iemand uit de tent lokken
- Iemand uit het zadel lichten
- Iemand uit het zadel werpen
- Iemand van bakboord naar stuurboord zenden
- Iemand van het kastje naar de muur sturen
- Iemand van kant maken
- Iemand van katoen geven
- Iemand van kwade trouw verdenken
- Iemand van Pontius naar Pilatus sturen
- iemand verschrikkelijk irriteren
- Iemand voor het hoofd stoten
- Iemand voor het lapje houden
- Iemand zand in de ogen strooien
- Iemand zijn vet geven
- Iemand zwart maken
- Iemand/iets in het vizier krijgen
- Iemands doopceel lichten
- Iemands naam door de slijk halen
- Iemands oogappel zijn
- Iemands rechterhand zijn
- Iemands voetstappen drukken
- Iets (met krijt) aan de balk schrijven
- Iets aan de grote klok hangen
- Iets aan de kaak stellen
- Iets aan de knikker zijn
- Iets aan de man brengen
- Iets aan het handje hebben
- Iets aan het licht brengen
- Iets aan zijn laars lappen
- Iets achter de hand hebben
- Iets achter de knopen hebben
- Iets blauw-blauw laten
- Iets door de vingers zien
- iets erg goed kunnen
- iets helemaal begrijpen
- Iets in andermans schoenen schuiven
- iets in bezit krijgen voor weinig geld
- Iets in de doofpot stoppen
- Iets in de ijskast zetten
- Iets in de schoot geworpen krijgen
- Iets in de wacht slepen
- Iets in de wind slaan
- Iets in het vet hebben
- Iets in kleuren en geuren vertellen
- Iets in petto houden
- Iets in zijn schild voeren
- Iets langs je (koude) kleren af laten glijden
- Iets met Argusogen gadeslaan
- Iets met de mantel der liefde bedekken
- Iets met de moedermelk binnenkrijgen
- Iets met een korreltje zout nemen
- Iets met lede ogen aanzien
- Iets met voeten treden
- Iets niet met droge ogen kunnen aanzien
- Iets niet over zijn hart kunnen krijgen
- Iets niet tegen/aan dovemans oren zeggen
- Iets of iemand in de peiling hebben
- Iets of iemand op de korrel nemen
- Iets onder de knie hebben/krijgen
- Iets onder de leden hebben
- Iets onder de loep nemen
- Iets op de keper beschouwen
- Iets op de lange baan schuiven