(Gr. ,wederom). In de biologie noemt men palingenetisch datgene, wat in de ontwikkeling der organismen reeds van ouden oorsprong is en de ontwikkeling uit voorouders weerspiegelt; in tegenstelling van de kaenogenetische (van xxivóg — nieuw) kenmerken, die te beschouwen zijn als nieuwvormingen d.w.z. secundaire modificaties en aanpassingen, die later aan de eerstgenoemde werden toegevoegd.
Vgl. ontogenie.