Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

Gepubliceerd op 27-03-2017

geeuwhonger

betekenis & definitie

geeuwhonger: plotselinge honger (la fringale). Duikt vaak op wanneer de man met de hamer langs is geweest. De coureur opent als gevolg van grote zenuwachtigheid de mond krampachtig en klapt die weer dicht. Bekende 'geeuwhonger'-gevallen: Merckx in de beklimming naar Pra Loup in de Tour van 1975, Hinault in de bergrit naar Superbagneres in de Tour van 1986, Indurain, ook al in een bergrit, die naar Les Arcs in de Tour van 1996, Evans in de rit over de Passo Coe in de Giro van 2002 en Contador in de voorlaatste bergachtige etappe in Parijs-Nice 2009.