Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

Gepubliceerd op 27-03-2017

dopingcontrole

betekenis & definitie

dopingcontrole: van weinig professionele handelingen evolueerden de dopingcontroles van potsierlijk amateurisme tot rigide systematiek, aangejaagd door dopingjagers die er niet voor terugdeinzen politionele methodes in te schakelen. Mannen moeten tijdens een dopingplasje de broek laten zakken tot onder de knieen, de trui opstropen tot boven de borst en ook de mouwen opstropen, terwijl de dopingcontroleur de hele tijd aanwezig is. Dat moet gesjoemel met, bijvoorbeeld, kunstpenissen-gevuld-met-urine uitsluiten; 'De Peer van Pollentier'. Omdat de renners soms lang moeten wachten in een of ander ijskoud zaaltje alvorens deze vorm van vernedering te moeten ondergaan, gebeurt het wel eens dat zij een lichte bronchitis opdoen. Na een dopingcontrole bleek, lang geleden, de Nederlandse wielrenner Piet Rentmeester zwanger te zijn. Het urinestaal was afkomstig van zijn zwangere vrouw. De eerste dopingcontrole in de Ronde van Frankrijk vond plaats in 1966.