Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

Gepubliceerd op 27-03-2017

doping

betekenis & definitie

doping: elk stimulerend of 'pijnverdovend' middel. De definitie van doping is dat het 'mogelijk prestatiebevorderend', 'mogelijk gezondheidsschadend' en 'tegen de spirit van de sport' is. Twee van de drie criteria moeten vervuld zijn. Het is de laatste tien jaar een in de wielersport veelgebruikte, maar vaak ook misbruikte term omdat zowel journalisten als wielerbobo's - in tegenstelling tot vroeger - van zuiverheidsrituelen bezeten zijn. De coureur is altijd het slachtoffer, of hij nu pakt of niet. De dopingjacht is in wezen een fascistoide bedrijvigheid. Bernard Thevenet won de Ronde van Frankrijk in 1977 van Hennie Kuiper op de pillenpot, maar wie won nooit op die manier? Overigens is de kloof tussen het politiek correct beleid in verband met doping en de houding van de modale wielerfan enorm. Getuige hiervan zijn bijvoorbeeld de talloze parafernalia in de vorm van tubes, bidons, musettes, enzovoort, die het memoriaal Tom Simpson op de Mont Ventoux een bepaalde aura verlenen en het publiek dat Tom Boonen toejuicht, ondanks zijn positieve cocainetests. Paul Keysers schreef in dat verband een boek met als titel Doping, het circus van list en bedrog (1993); cartouche, spul, vitessepil.