Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië

Herman Daniël Benjamins, Joh. F. Snelleman, Martinus Nijhoff, E.J. Brill (1914-1917)

Gepubliceerd op 25-04-2022

Verbond (Algemeen Nederlandsch)

betekenis & definitie

Groep Suriname.

Het A.N.V., in 1898 in Nederland opgericht, telde in 1902 in Suriname 19 leden zonder eenig verband. Op raad van den oud-gouverneur van

Suriname, Jhr. Mr. T.A.J. v. Asch van Wijck, stelde het Hoofdbestuur in het moederland in dat jaar zich in verbinding met den heer Mr. Dr. C.F.

Schoch, die in de kolonie met eenige ingezetenen een Bestuur wist samen te stellen, waarna de ‘Groep Suriname’ werd gevormd. De werkzaamheden van dit bestuur bepaalden zich tot het werven van leden, waarbij het ijverig werd bijgestaan door het gewone lid, den heer Fred. Oudschans Dentz, die ook aan den verderen arbeid der Groep een werkzaam aandeel heeft genomen; het getal leden klom van 1902 tot begin 1905 van 19 tot 150. Door verspreiding van het bondsorgaan Neerlandia werd voor propaganda gezorgd; belangrijk was vooral het ‘Suriname-nummer’ van dit tijdschrift (Sept. Oct. 1903), dat uitsluitend door Surinaamsche krachten is bewerkt en dat nog steeds zijn beteekenis heeft als bijdrage tot de kennis van de kolonie. In 1905 nam een groot gedeelte van het bestuur ontslag en een nieuw bestuur onder voorzitterschap van den heer C.R.

Frowein trad met veel ijver op. Na een welgslaagden propaganda-avond met actueele lezingen, als ‘Het bestaan van den Nederlandschen stam als volk gedurende de laatste drie eeuwen’ steeg het aantal leden van 150 tot 242, welk aantal in de drie volgende jaren steeds wassende bleef, tot het in 1908 zijn hoogtepunt van 531 bereikte. Die jaren behooren dan ook tot het bloeitijdperk van de Groep: groote mannen werden door haar herdacht: Rembrandt-avond, De Ruyterfeest; lezingen op letterkundig, geschiedkundig en wetenschappelijk gebied werden gehouden, een Groepskantoor met leestafel werd gesticht en geldelijke steun verleend aan in het moederland studeerende Surinaamsche jongelieden. Ook in 1909 werd nog bedrijvigheid ontwikkeld. De geboorte van Prinses Juliana werd gevierd met een luisterijken avond; een Heye-herdenking en enkele lezingen stonden op het program. De Groep verkreeg rechtspersoonlijkheid.

In dat jaar begonnen zich de eerste sporen van achteruitgang te vertoonen. Het aantal leden verminderde tot 399, de belangsteling verflauwde en het is opeenvolgende besturen niet mogen gelukken haar te doen herleven en een steeds toenemende inzinking tegen te houden. Het Groepskantoor kwijnde en de vermindering van het ledental ging gepaard met geldelijke moeilijkheden, die het Groepsbestuur noodzaakten in 1910 voorstellen te doen om de bijdrage aan het Hoofdbestuur aanzienlijk te doen verminderen, waarbij het Hoofdbestuur de Groep welwillend tegemoet trad.

In 1910 kon een sinds lang gekoesterd plan worden verwezenlijkt. Door aankoop van een oude boekerij eener particuliere leesinrichting kon de grond worden gelegd voor een volksbibliotheek, die door de Boekencommissie uit het moederland zooveel doenlijk werd aangevuld, welke bibliotheek onder de bevolking veel lezers trok en die in de volgende jaren nog een succes van de Groep kon genoemd worden. Desalniettemin leidde de Groep een steeds kwijnender bestaan, het ledenaantal nam onrustbarend af, bedroeg in 1911 nog maar 243 en daalde weldra tot beneden de 200. Door eenige lezing-avonden trachtte het Bestuur de belangstelling gaande te houden, maar ook deze bleken hun vroegere aantrekkingskracht te hebben verloren. Om het troostloos bestaan niet langer te rekken, deed in Nov. 1913 het toenmalige bestuur aan een buitengewone Groepsvergadering het voorstel, de Groep, behoudens goedkeuring van het Hoofdbestuur, te ontbinden, welk voorstel werd aangenomen. Om geldelijke verplichtingen na te komen werden de groepseigendommen, waaronder de bibliotheek, onder den hamer gebracht.

Het Hoofdbestuur heeft zich echter met de voorgestelde ontbinding der Groep niet kunnen vereenigen en heeft zich met enkele personen in de kolonie in verbinding gesteld om tot weder-opleving van de Groep te geraken. Gunstiger tijdsomstandigheden worden echter afgewacht. Volgens een opgave in Neerlandia van Mei 1916 was het ledental op 31 Dec. 1915, 174.

Groep Nederlandsche Antillen:

Vóór deze Groep in 1904 tot stand kwam waren er op Curaçao, St. Eustatius en St. Martin reeds een 25tal leden; de heer J.H.J. Hamelberg was toen de vertegenwoordiger van het Verbond. Toen hij als tijdelijk zaakgelastigde te Caracas geplaatst werd, noodigde het Hoofdbestuur in Nov. 1913 den heer J.A. Snijders Jr. uit om het Verbond te vertegenwoordigen.

Reeds waren, op verzoek van de heeren G.J. van Grol, gezaghebber van St. Eustatius, en G.R. Zeppenfeldt, gezaghebber van Aruba, door het Hoofdbestuur op die eilanden boekerijen opgericht; kort daarna ook op Bonaire. In Nov. 1904 werd de groep georganiseerd; het getal leden was toen 100 en op elk eiland was er een vertegenwoordiger, op St. Eustatius een vertegenwoordigster, mevr. J. van Grol.

Op 16 Nov. had de eerste bijeenkomst plaats en werd een groepsbestuur gevormd. Op 29 Nov. hield men de eerste algemeene vergadering. Het Hoofdbestuur stelde twee studiebeurzen. elk a f 500, gedurende vijf jaren beschikbaar ten einde Curaçaosche jongelieden de gelegenheid te geven zich in Nederland verder te bekwamen. Tot hetzelfde doel geniet de groep uit de koloniale kas jaarlijks een geldelijke ondersteuning.

Het groepsbestuur heeft ook medegewerkt aan de oprichting in 1915, op advies van Prof. Kraus, van de Curaçaosche vereeniging Vreemdelingenverkeer.

In 1914 werd de afdeeling Bonaire opgeheven.

Het bondsorgaan Neerlandia gaf uit:

Juli-Aug. 1905 een Curacao-nummer,

December 1907 een Bonaire-nummer,

December 1911 een Aruba-nummer,

alle drie met zeer mooie kiekjes verlucht. In voorbereiding is een nummer aan St. Eustatius gewijd.