L. Fam.
Leguminosae. Tamarinde, SUR. Tamrin, N.E. Tamarijn, BEN. E. Tamarind, BOV. E. Groote boom met samengestelde bladeren; de vruchten zijn onregelmatig gevormde, lange, vleezige, niet openspringende peulen, die om de zwarte zaden een soort moes bevatten, dat, met suiker uitgekookt, de bekende tamarindestroop geeft. Het moes ook als geneesmiddel bekend (Pulpa tamarindorum).