Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië

Herman Daniël Benjamins, Joh. F. Snelleman, Martinus Nijhoff, E.J. Brill (1914-1917)

Gepubliceerd op 25-04-2022

Eupomacentrus

betekenis & definitie

-soorten worden in het Papiamentsch Ladrondjie genoemd. Eupomacentrus fuscus (C. & V.) J. & Ev. Ladrondjie, PAP. Fam.

Pomacentridae. Zeevisch. Verspreiding: West-Indië en de kust van Brazilië, noordelijk tot Key West, nabij koraalriffen. De schubben zijn groot en ruw. De zijlijn loopt evenwijdig met den rug en eindigt op gelijke lijn als de rugvin. De kleur is donkerbruin tot bijna zwart, de randen van de schubben zijn donkerder.

De vinnen donkerbruin tot zwart. Een zwarte okselplek. Eenige dofwitte plekken op den kop en bij den voet van de aarsvin. Zeer jonge exemplaren hebben een oogplek op de rugvin en een donkere plek op den staartsteel achter de rugvin. Oudere exemplaren hebben kortere buikvinnen, een sterker getand voorkieuwdeksel, een hooger lichaam en een lichtere en meer effen kleur.