SUR. In den slaventijd werd zoo de slaaf genoemd, die in de plantage-hospitalen met de verzorging der zieken belast was, na eenige jaren bij een chirurgijn in de leer te zijn geweest.
Zie F.A. Kuhn, Beschouwing van den toestand der Surin. plantagieslaven. Amst. 1828. blz. 40 en J. Wolbers, de Surin. negerslaaf, Amst. 1854.