Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië

Herman Daniël Benjamins, Joh. F. Snelleman, Martinus Nijhoff, E.J. Brill (1914-1917)

Gepubliceerd op 25-04-2022

Donders (Petrus)

betekenis & definitie

27 Oct. 1809 te Tilburg geboren uit zeer arme ouders, kwam op 22-jarigen leeftijd op het Klein-Seminarie van St. Michiels-Gestel en voor zijn hoogere studiën in 1837 op het Groot-Seminarie.

Den 26en April 1840 ontving hij te Mechelen uit de handen van kardinaal Engelbertus Sterckx de tonsuur, de 4 kleinere Orden en het subdiaconaat; den 10en April 1841 diende de bisschop van Curium i.p.i. Mgr. Ludovicus Cornelius Van Wijkerslooth, hem te Oegstgeest het H. Diaconaat toe en den 5n Juni 1841 volgde zijne wijding tot priester door den Procurator der Surinaamsche Missie, Mgr. Van Wijkerslooth. Reeds op het Seminarie had hij, op uitnoodiging van Mgr.

Grooff, Prefect der Surinaamsche Missie, het voornemen opgevat als zendeling naar Suriname te gaan, waarheen hij op 1 Aug. 1842 vertrok en waar hij 16 Sept. voet aan wal zette. Reeds als kind en later als student muntte hij uit door buitengewone vroomheid en strenge plichtsbetrachting. Hij was de geboren missionaris, zooals zijn geheele 44-jarige werkzaamheid in de kolonie heeft bewezen. Na van Mei 1853 tot Sept. 1854 het Provicariaat te hebben waargenomen, vestigde hij zich in het begin van 1856 als pastoor te Batavia, het toenmalige leprozen-etablissement aan de Coppename-rivier, waar hij met groote liefde zijn leven wijdde aan de zielszorg der ongelukkige melaatschen. Ook op de plantages, in het district Coronie, onder de Indianen en Boschnegers, heeft Donders met vrucht gearbeid. Toen in 1866 de Surinaamsche Missie aan de Redemptoristen werd toevertrouwd, gaf hij zijn verlangen te kennen om tot de orde toe te treden.

Den 24en Juni 1867 legde hij de gelofte af en keerde daarna naar Batavia terug, waar hij vele jaren bleef. Na ruim twee jaren op Coronie vertoefd te hebben vertrok hij in Nov. 1885 op nieuw naar Batavia, waar hij 14 Jan. 1887 overleed, na 24 jaren lang als seculier priester en 20 als religieus gearbeid te hebben. In Het Katholiek Nederland 1813-1913, Nijmegen 1913, II 329, zegt H. Schäfer van hem: ‘Uit zijn levensgeschiedenis treedt ons het beeld tegemoet van een man, zooals het Katholieke Nederland op moreel gebied zelden grooter heeft voortgebracht’.In 1900 werd met de Diocesane Processen in zake de zaligverklaring van Pater Donders te 's Hertogenbosch en te Paramaribo begonnen; in 1910 zag het Latijnsche Summarium omtrent zijn leven en deugden te Rome het licht, en 29 April 1913 werd het proces zijner zaligverklaring te Rome ingeleid en hem de titel van Eerbiedwaardige toegekend.

< >