Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië

Herman Daniël Benjamins, Joh. F. Snelleman, Martinus Nijhoff, E.J. Brill (1914-1917)

Gepubliceerd op 25-04-2022

Cereus

betekenis & definitie

Fam. Cactaceae.

Op de benedenw. Ei landen komen drie soorten zuilvormige Cerei voor, die onderscheiden worden naar den vorm der uitspringende lysten van de stengels, de groepeering der stekels en het al of niet aanwezig zijn van haren tusschen de stekels.De verschillende inlandsche namen zijn: Breebee, Breebee dipoesji, Datoe, Kadoesji, Kadoesji di poesji. Kadoesji spanjool, Tampanjan. De datoe is de meest algemeen voorkomende. Het is een boom met zuilvormige, groene, bladerlooze takken, de groene takken met 8 a 9 diepe groeven en kantige ribben, welke laatste dicht bezet zijn met stekels, die in bundels bijeenstaan; in elken bundel staan een paar stekels overeind, de overige liggen in een krans schuin neerde stekels zijn grauwgrijs en dik. Vrucht met stekels, eetbaar. Een oude datoe heeft een zwaren, bruinen houtigen stam, zonder stekels; de takken staan in een dichte, compacte kroon opeen. Het hout van dezen cactus wordt wel gebruikt voor palen in draadheiningen; het wordt spoedig hol, maar blijft overigens lang goed; het heeft het nadeel dat het geen spijkers vasthoudt.

De groene deelen zijn zeer saprijk en worden gaarne door het vee gegeten; alleen de stekels beletten den toegang. Geiten weten met hunne horens een rij stekels af te schuren en kunnen dan den inhoud bereiken. In tijden van schaarste van voeder gaat de veehouder rond om overal een paar rijen stekels van dezen cactus af te slaan, zoodat het vee den inhoud bereiken kan. Voornamelijk dient deze cactus voor het maken van levende omheiningen. (PAP. Trankeer.)

Kadoesji gelijkt veel op dato, maar de kleur is meer flets-groen, de stekels zijn even talrijk maar dunner, de groene takken zijn niet zuiver zuilvormig, doch hebben telkens insnoeringen. Vrucht zonder stekels, smakelijk. De jong-uitgesproten toppen worden van de stekels ontdaan en gekookt bij de foensji gebruikt. Voor levende heiningen voldoet deze soort weinig.

Kadoesji di poesji gelijkt op de Kadoesji, maar is kenbaar aan een massa wit pluis op de jonge toppen. Deze soort komt verreweg het minst voor, kan alleen voor levende heiningen gebruikt worden, maar voldoet daarvoor even weinig als de Kadoesji.

De stekels van al deze cactussen dringen diep in de huid van mensch en dier, breken daar af en zijn er moeilijk uit te verwijderen; men smeert kaarsvet op de plaats waar zulke stekels zijn ingedrongen om het uittrekken te bespoedigen.

< >