Lichtboei - boei met een lichtopstand met licht. De lichtboeien hebben een eigen vorm en zijn vooral te herkennen aan hun kleur.
Het licht heeft een eigen karakter dat is aangegeven op de zeekaart en in de lichtenlijst, zodat er bij nacht op genavigeerd kan worden. Lichten, ook vuren, maken navigatie bij duisternis mogelijk. Elk licht heeft een eigen karakter:
V = Vast licht; brandt voortdurend met gelijke sterkte.
O = Onderbroken licht; langer brandend dan duister.
Iso = Isofase licht; is even lang brandend als duister.
S = Schitterlicht; korter brandend dan duister.
F1 = Flikkerlicht; korte flikkeringen, 40 of meer per min.
GO = Groeponderbroken licht, meest brandend, maar regelmatig een groep onderbrekingen.
GS = Groepschitterlicht; meest duister, maar regelmatig een groep schitteringen.
Alt = Alternerend, kleurwisselend licht.
Int. Fl = Onderbroken flikkerlicht.