IJszeilen - het met een ijszeilboot over het ijs zeilen. !n het midden van de 18e eeuw waren er al ijsjachten, eigenlijk gewone boten met speciale schaatsen eronder gebouwd. Tegenwoordig wordt er gezeild met lichte, gestroomlijnde constructies voorzien van drie schaatsen (twee aan de dwarsscheepse loperplank en een stuurschaats) en een grootzeil.
Er worden snelheden van rond de loo km/u mee behaald. Het wereldsnelheidsrecord ligt rond de 200 km/u.
Een ijsjacht heeft veel minder weerstand dan een boot die zijn weg moet zoeken door het water. Bij een bepaalde windkracht is de snelheid dan ook veel groter dan die van een gewoon jacht. Door de eigen snelheid wordt de tegenwind zeer groot en de schijnbare wind komt zeer voorlijk in. Zelfs met de wind schuin achter wordt de snelheid zo groot dat de schijnbare wind voorlijk blijft inkomen.
Men vaart dus altijd aan-dewind. Het zeil van een ijszeilboot is zeer vlak en de schoot moet zeer strak gehaald kunnen worden. De vorm van de romp is zeer belangrijk omdat bij deze hoge snelheden de luchtweerstand een belangrijke factor is. In Nederland wordt het meest gezeild in de →DNklasse.zZ-aandrijving → Hekaggregaat.