Barometer - instrument om de luchtdruk te meten. De kwikbarometer bestaat uit een verticale dunne glazen buis, ca. 90 cm lang, van boven dicht en van onderen open.
In de buis bevindt zich een kolom kwik, die door eigen gewicht omlaag zakt, waardoor bovenin de buis een luchtledig ontstaat. De kwikkolom daalt en stijgt met de atmosferische druk. De aneroïde-barometer meet de luchtdruk door middel van een luchtledig doosje met een flexibele wand die bij toenemende atmosferische druk wordt ingedrukt en bij afnemen terugveert. De beweging van de wand wordt mechanisch overgebracht op een wijzer, die op een schaalverdeling de luchtdruk aangeeft.
Wijkt de aanwijzing van de barometer gedurig af van de opgave in het weerbericht, dan kan hij, met een stelschroefje aan de achterzijde, gecorrigeerd worden. Voor het bepalen van het te verwachten weer is niet alleen de stand van de barometer belangrijk, maar vooral de tendens (snelheid en grootte van stijging of daling) van de atmosferische druk. Deze kan men vastleggen door: a. op gezette tijden de barometerstand te noteren (elke wacht, bij snelle verandering elk uur); b. een → barograaf te gebruiken.