Watersport A-Z

Kramer en de Bruin (1971)

Gepubliceerd op 01-05-2019

Accu

betekenis & definitie

Accu - elektrische energiebron, opgebouwd uit een aantal cellen. In elk van deze cellen is door toevoering van elektriciteit (opladen) chemisch arbeidsvermogen opgeslagen; bij sluiting van een stroomketen wordt dit arbeidsvermogen weer in een elektrische stroom omgezet (ontladen).

Aan boord onder meer gebruikt voor het starten van de motor, verlichting, voeding van elektrische huishoudelijke- en navigatieapparatuur. Aan boord gebruikt men vooral de lood-zwavelzuur accu (autoaccu) en de nikkel-cadmium accu (alkalische accu), De Jood-zwavelzuur accu levert 2 v per cel. De levensduur is ca. 2 jaar; deze wordt verlengd door:

1. op spanning houden door regelmatig opladen (lading controleren met ladingtoestandmeter);
2. niveau en s.g. van accuzuur regelmatig controleren (in vaarseizoen zeker eens per maand);
3. niet te snel of te ver ontladen (niet te lang achter elkaar starten);
4, niet overbelasten, noch bij laden, noch bij ontladen;
5. 's winters af en toe licht ontladen (met lampje) en bijladen.

De accu aan boord stevig vastzetten in een bak of accudoos met zwavelzuurbestendige bekleding (loodplaten of bepaalde kunststoffen, b.v. polyethyleen). Accuruimte goed ventileren, daar bij opladen explosief knalgas ontwikkeld wordt.

De alkalische accu levert 1,2 v per cel. Hij is belangrijk duurder in aanschaffing dan de lood-zuur accu, maar daar staat een veel langere levensduur tegenover. Bovendien trekt hij zich weinig aan van verwaarlozing, overbelasting en overlading. Hij heeft grotere afmetingen dan een lood-zuur accu van gelijke capaciteit. Als start-accu moet een type met geringe inwendige weerstand worden gebruikt, dat in staat is de sterke startstroom te leveren.

< >