Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 13-08-2019

Venetië

betekenis & definitie

Aanvankelijk bestond Venetië uit 12 gehuchten op de lagune-eilanden in N.O. Italië, door vluchtelingen gesticht en min of meer afhankelijk van steden op het vasteland, met name van Padua.

Waar die steden onderling verwoestende oorlogen voerden, kwamen er steeds meer vluchtelingen naar de lagunes. Men voelde zich daar veilig en „vrij en onafhankelijk geboren”.De geschiedenis van deze stad is er een van verbijsterenden opgang en langzaam wegzinken in den loop van elf eeuwen felbewogen geschiedenis.

Eenmaal breidde de macht van de lagunenstad met haar trotse Doges zich uit over den gehelen handelsweg van Europa tot Klein-Azië; en uit een worsteling van eeuwen trad ze zegevierend te voorschijn als heerseres over de Middellandse zee.

Maar de verschijning van de Turken in Europa eerst en daarna de ontdekking van den zeeweg naar Indië om Kaap de Goede Hoop deden haar aanzien en macht tanen en haar straks ten prooi vallen aan den naijver der eeuwige tegenstanders: Frankrijk en Oostenrijk.

Na het Verbond van Kamerijk reeds (1508) was de politieke rol van Venetië eigenlijk uitgespeeld, maar zijn artistieke roem in deze dagen van verval, door de kunstwerken van Giorgone, Titiaan, Tintoretto, Veronese en vele anderen, is onverwelkbaar.

Het einde der Republiek kwam met de bezetting van Noord Italië door Napoleon in 1797; daarna behoorde Venetië afwisselend aan Oostenrijk en aan Frankrijk. Bij het Weener Congres kwam het voorgoed aan Oostenrijk, tot de stad in 1866 bij het koninkrijk Italië gevoegd werd.

De eerste indruk, dien Venetië maakt, is soms teleurstellend; het is niet alles marmer en blauwe wateren; integendeel, het water ziet er soms zeer vies uit. Venetië ligt op 4 K.M. afstand van het eigenlijke vasteland, daarmee verbonden door een spoorwegdam. De stad is gebouwd op 118 eilanden midden in de Lagune — een 40 K.M. lang en 15 K.M. breed, ondiep strandmeer aan de Adriatische zee. Bijna alle paleizen, kerken en overige gebouwen zijn gefundeerd op zware palen. Aan de zeezijde wordt zij beschermd door enorm grote golfbrekers. De stad wordt doorsneden door ongeveer 150 kanalen of grachten, waarvan het voornaamste het Cahal Grande is, dat een lengte heeft van 3800 Meter, 30 tot 70 M. breed is en ruim 8 M. diep.

Er zijn bijna geen straten, alle verkeer geschiedt dan ook te water door middel van gondels en allerlei bootjes. Toch zijn alle eilanden door 378 bruggen onderling verbonden, zodat het mogelijk is alle punten van de stad te voet te bereiken. De schoonste dezer bruggen is de beroemde, wit marmeren Ponte Rialto (1591), die uit een enkelen boog van 28 M. breedte bestaat en zo hoog is, dat men haar van weerszijden met 50 treden beklimt. Zij is geheel overdekt, aan beide kanten bevinden zich winkels.

Middelpunt van ’t verkeer is het Sint Marcusplein in het Oostelijk deel van de stad. Aan dit plein staat de kerk van San Marco, gebouwd uit de kostbaarste materialen der toenmaals (977—1171) bekende wereld, en met ontelbare mozaïeken, fraaie zuilen en Griekse kunstwerken versierd. Even bekend als de vier bronzen paarden op de galerij van de kerk zijn de duiven, die daar door de voorbijgangers gevoed worden.

Voor de San Marco verheffen zich drie grote masten met koperen voetstukken uit 1503, ter herinnering aan de verovering van Cyprus, Kreta en Morea. Op den hoek van het plein staat de Campanile, een bijna 100 m. hoge klokketoren, die in 1902 is ingestort en enige jaren later weer in den ouden stijl is opgebouwd. Aan dit plein ligt ook het voornaamste der wereldlijke bouwwerken, het paleis der Doges, dat sinds 814 de zetel was der Venetiaanse regering, herhaaldelijk verwoest is en ± 1460 in zijn huidigen vorm gebouwd werd.

Door de Gothische Porta della Carta bereikt men den met fonteinen en standbeelden versierden binnenhof, waar zich de marmeren reuzentrap verheft, die den hoofdingang vormt naar het inwendige van het paleis en versierd is met de kolossale standbeelden van Mars en Neptunus. Op de bovenste trede van deze trap werden vroeger de Doges gekroond.

Beroemd is de vergaderzaal van den Groten Raad; andere zalen zijn tot museum ingericht. Er zijn ook de beruchte „piombi”, gevangenisverblijven vlak onder het met lood beklede dak, waar soms een grote hitte heerste, en de „pozzi”, vochtige keldergewelven, waarin de gevangenen soms verdronken.

Achter het Dogenpaleis ligt de staatsgevangenis, daarmede verbonden door de „brug der zuchten”, waarop zo menig ongelukkige den voet heeft moeten zetten.

De meeste andere paleizen liggen aan het Canal Grande, vaak juwelen van bouwkunst in verschillende oud-Italiaanse stijlen. Vele ervan dienen tot museum, andere tot hotel.