Men neemt aan, dat een gezond mens met een normaal verstand verantwoordelijk kan worden gesteld voor zijn doen en laten. Overtreedt hij de wet of begaat hij een misdrijf, dan zal hij de gevolgen daarvan moeten dragen.
Men rekent hem zijn daden toe, omdat hij toerekenbaar wordt geacht. Er zijn echter ook mensen, die de wet overtreden of misdaden begaan, en die daarvoor niet verantwoordelijk kunnen worden gesteld, omdat zij te zwak of te ziek van verstand zijn om de gevolgen hunner daden te kunnen overzien.
Hun daden worden hun niet toegerekend; zij verkeren in den toestand van ontoerekenbaarheid.
