Naalden worden gemaakt van staaldraad of soms ook wel van ijzer. Een draad, honderden meters lang, wordt op een haspel van 5 à 6 M. in omtrek gewonden, zodat hij slechts een flauwe kromming heeft.
Een draadbundel van 50 tot 100 windingen wordt dan met een machineschaar in stukken gesneden, welke dubbel zo lang zijn als de gewenste naalden. Om deze naalden, die nog een weinig gebogen zijn, recht te maken, worden er 5 tot 15.000 bijeen in twee ijzeren ringen gestoken, in houtskool aan het gloeien gebracht en daarna tussen twee ijzeren platen gerold.
De naalden zijn dan volkomen recht en worden op een slijpmolen aangescherpt. Daar ze aan beide kanten moeten worden toegespitst, gaan ze tweemaal door deze inrichting.
Vervolgens worden de toekomstige naalden in het midden door een drukmaohine platgedrukt, terwijl in een stempelmachine de ogen en de gleuven erin gedreven worden. Tot slot snijdt een machine ze doormidden en worden ze netjes afgewerkt, gepolijst, geteld en verpakt.Natuurlijk gebeurt dit alles, van den stalen draad tot het pakje naalden, machinaal.
