Woordenboek voor vrijmetselaren

W. de Grebber (1844)

Gepubliceerd op 22-09-2020

Mannheim

betekenis & definitie

MANNHEIM. De hoofdstad van den Neckarkreitz, in het Groot-Hertogdom Baden (zie de Art. BADEN en KAREL FREDERIK). Alhoewel, naar men zegt, reeds in 1737 aldaar eene Loge zou hebben bestaan, zoo ontbreken nogtans de bewijzen daarvoor. De eerste eigenlijke Loge werd alhier in 1778, onder den naam Carl zur Einigkeit, opgerigt, welke als Moeder-Loge (zie het Art.

LOGE MOEDER-), kort na hare geboorte, de Loges in Kaiserslautern en Landau grondvestte. De geest van het bestuur was toen nogtans ten aanzien der VA MA, al te ongunstig, zoodatzij, in 1785, weder te niet ging. In 1805 herleefde zij wel weder, nam in 1806 den naam Carl zur Eintracht aan, en werd daar ter plaatse, zelfs in 1807, een Groot-Oosten van Baden opgerigt, dat in 1809, in die stad, eene tweede Loge, onder den naam Carl und Stephanie zur Harmonie, konstitueerde; maar de Groot Hertog KAREL LODEWIJK FREDERIK, verbood in 1813, alle Loge-bijeenkomsten.

< >