DEGEN (De) maakt in vele Fransche en Nederlandsche Loges nog een wezenlijk deel van de kleeding des Vrijmetselaars uit. In vele Duitsche Loges daarentegen wordt dezelve niet meer gebruikt. Voormaals mogt hij (6e. gr. N.R., 15e. en 16e. gr. Sch.
R.) welligt dienen tot verdediging van de gewijde plaats, in navolging van de werklieden van den tempelbouw van Jeruzalem, onder ZERUBBABEL, die in de eene hand met den troffel, en in de andere hand met het zwaard arbeidden, om hunne vijanden te verjagen, en ongestoord hun heilig werk te kunnen verrigten. De Broeders vormen met hunne degens het stalen gewelf. Zie KLEEDING.