[v. ONoors Valhall = hal der gesneuvelden, van valr = gesneuvelde, en hall = hal, zaal)
1 (Oudnoorse myth.) het paradijs van de helden die in de strijd waren gesneuveld en die door de Walkuren (zie Walkure) naar Odin werden geleid;
2 (fig.) paradijs (bijv.: deze stad is het walhalla der drugsmokkelaars).