Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Sjorren

betekenis & definitie

[Fries sjorje = vastsnoeren, of van Oostfries sjuuren, sjurren = slepen, trekken, of van Fries tsjuurje = tuieren, tuien (in scheepstaal: met touwen vastmaken)]

1 (aan touw) moeizaam meeslepen;

2 met touw vastmaken (oorspr. alleen aan boord van schip).

< >