[Fr., van Lat. reversus = omgedraaid, van re-vertere, re-versum= om-keren]
1. keerzijde van munt of penning;
2. omgeslagen kraagrand van jas (of vest);
3. schriftelijke tegenbelofte, tegenbewijs;
4. tegenspoed, tegenslag;
5. (mil.) achterzijde van een loopgraaf (zonder borstwering).