(Lat., van lux, lucis = licht, en ferre = dragen, brengen; lichtdrager, lichtbrenger, vertaling van Gr. phoosphoros = lichtdrager; vgl. fosfor]
1 in de oudheid de naam voor de morgenster (de planeet Venus);
2 een van de namen die in de christelijke traditie voorkomen voor de vorst der duivelen, oorspr. de aanvoerder der opstandige engelen die met zijn volgelingen uit de hemel gestoten werd. (Ons woord lucifer heeft dezelfde woordafl., al is deze lucifer niet zozeer een 'lichtdrager', als wel een 'vuurdrager".)
