1 [v. Lat. -inus = behorend tot, van de aard van] (dierk.) uitgang ter aanduiding van een lid van een onderfamilie; bijv. de zgn.
Echte Honden (Caninae) vormen een onderfamilie van de familie der Hondachtigen (Canidae).2 (chem.) uitgang van de naam van organische verbindingen die stikstofatomen (N) bevatten, bijv.: aniline, C6H5NH2.
3 [Fr., van Lat. -ina = vr. vorm van -inus, en verkleiningsuitgang] bij meisjesnamen een verkleiningsuitg. van namen, zoals Caroline van Carola, Bernardine van Bernarda enz.
